De helft van alle jeugdhulp in Nederland wordt geboden aan kinderen en hun ouders in de basisschoolleeftijd. Ruim 7% van de kinderen van 4 tot en met 11 maken gebruik van jeugdhulp.
Allochtone kinderen maken minder vaak gebruik van jeugdhulp dan autochtone kinderen. Verder zijn jongens sterk oververtegenwoordigd. 85 duizend meisjes en 129 duizend jongens kregen in het eerste kwartaal van 2015 jeugdhulp. In grote steden wordt relatief meer jeugdhulp ingezet dan in kleinere gemeenten.
In Amsterdam maakten in het eerste kwartaal van 2015 7870 kinderen en jongeren gebruik van jeugdhulp. Het grootste deel hiervan (5895) gaat om ‘jeugdhulp zonder verblijf’. Dat betekent dat deze kinderen en jongeren thuis wonen.
Wanneer we rekening houden houden met het aantal kinderen en jongeren per stadsdeel, wordt in Zuidoost en Noord het meest gebruik gemaakt van jeugdhulp. In Nieuw West en Zuid gebruiken relatief weinig gezinnen jeugdhulp.
De publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek met de jeugdhulp in cijfers over het eerste kwartaal van 2015 kun je hier downloaden: Jeugdhulp 1e kwartaal 2015