De gemeente Amsterdam streeft ernaar dat zoveel mogelijk achtstegroepers zwemdiploma A én B behalen. Om die reden is er een uitgebreid aanbod aan gratis zwemlessen, met speciale aandacht voor kwetsbare groepen.
Zo investeert de gemeente Amsterdam de komende vier jaar, jaarlijks 1,4 miljoen euro extra in:
Voor gezinnen onder de armoedegrens die geen gebruik kunnen maken van schoolzwemmen, biedt het Jeugdfonds Sport en Cultuur financiële ondersteuning.
Meer informatie over de ambities en concrete doelen voor schoolzwemmen van de gemeente Amsterdam staat in de Uitvoeringsagenda zwemmen 2025-2028.
De gemeente organiseert gratis schoolzwemmen voor groep 5. Scholen kunnen daarbij kiezen uit twee vormen:
De inschrijving gaat via de school.
Wat kost een zwemdiploma?
Een A-diploma kost gemiddeld tussen de 500 en 1100 euro per kind. Het gaat daarbij om lesgeld, inschrijfgeld, kosten voor afzwemmen en vervoer. Voor volledige zwemveiligheid is ook een B- en bij voorkeur een C-diploma nodig, wat samen gemiddeld nog eens 300 euro extra kost.
Voor kinderen die na groep 5 nog geen zwemdiploma hebben of op een school zitten die niet deelneemt aan schoolzwemmen, zijn er zogenoemde ‘vangnetzwemlessen’. Deze lessen zijn voor kinderen vanaf groep 6 tot en met 17 jaar.
Ze vinden plaats buiten schooltijd, ook in weekenden. Ouders moeten zelf zorgen voor vervoer en begeleiding. Inschrijven gaat via de website van de gemeente Amsterdam.
Tijdens de zomervakantie biedt de gemeente zwemcursussen aan:
De lessen stoppen zodra een het kind zijn A-diploma heeft behaald.
In 2024 had gemiddeld 93,9 procent van de achtstegroepers in Amsterdam een zwemdiploma. Maar dit is niet gelijk verdeeld over de stad. In Zuidoost had slechts 87,5 procent van de kinderen een zwemdiploma en in Nieuw-West 89,8 procent. Ter vergelijk: in Centrum was dit 98,6 procent.
Landelijke cijfers laten zien dat er hierbij een duidelijke kloof is tussen inkomensgroepen. Slechts 2 procent van de kinderen uit de hoogste inkomensgroep heeft geen zwemdiploma, tegenover 25 procent in de laagste inkomensgroep.
Ook een migratieachtergrond speelt een rol. Van de kinderen die naar Nederland zijn geëmigreerd, heeft 28 procent geen zwemdiploma. Bij kinderen van migranten, de tweede generatie, is dat 18 procent.
Eind jaren zestig van de vorige eeuw werd schoolzwemmen wettelijk verplicht. In 1985 werd dit weer afgeschaft wegens de hoge kosten.
Hoewel het huidige, demissionaire kabinet een onderzoek liet uitvoeren naar de herinvoering van schoolzwemmen, ziet het daar voorlopig van af. De organisatie hiervan zou jaarlijks 145 miljoen euro kosten, naast een flinke belasting op onderwijstijd: 94 tot 111 uur extra per klas per jaar.
Lees ook: ‘Is schoolzwemmen verplicht?’