De mbo-opleiding zorgt voor alle spullen die nodig zijn om onderwijs te volgen, examens te doen en zo het diploma te behalen. Dit heet de ‘basisuitrusting’. Je kan als student tijdens de lessen en de examens gebruik maken van die spullen, al moet je er natuurlijk wel netjes mee omgaan. De spullen blijven namelijk eigendom van de opleiding. Je mag ook je eigen spullen aanschaffen als je dat prettiger vindt. Denk hierbij aan je eigen koksmessen of kappersscharen. Dit is dan wel een vrijwillige keuze en de school mag het je niet zomaar verplichten.
Andere voorbeelden van spullen die de school betaalt:
Als je stage gaat lopen, dan heb je in principe ook geen kosten. Als je stage gaat lopen bij een leerbedrijf moet het leerbedrijf de spullen die je nodig hebt beschikbaar aan je stellen. Is dit in de praktijk niet het geval? Dan gaan het leerbedrijf, de opleiding en de student in gesprek. Als er niets uit dat gesprek komt, is het de verantwoordelijkheid van de opleiding om een andere stage voor je te zoeken. Belangrijk: je kan niet zomaar verplicht worden om dure spullen te kopen voor je stage!
Behalve je lesgeld of cursusgeld moet je tijdens je opleiding spullen aanschaffen die echt jouw eigendom zijn. Denk hierbij aan spullen die ook jouw eigendom worden. Het hangt van je opleiding af welke spullen dit zijn. Je mag zelf kiezen waar je de spullen koopt. Om te zorgen dat de kosten niet te hoog zijn, bepaalt de opleiding samen met de studentenraad welke spullen nodig zijn. Hierover volgt later meer.
Andere voorbeelden van spullen die je zelf betaalt of waarvoor de opleiding een vrijwillige bijdrage mag vragen:
Het is belangrijk om te weten dat evenementen die geld kosten geen verplicht onderdeel van de opleiding mogen zijn. Denk hierbij aan excursies waar kosten aan verbonden zijn. Maar wat als het niet lukt om bijvoorbeeld (dure) werkschoenen te betalen? Je kan je dan wenden tot je opleiding. Scholen hebben een zogenaamd ‘minima-potje’ voor gezinnen en studenten die het niet breed hebben. Je krijgt dan een bijdrage in de kosten van de school. Op deze manier is de opleiding voor iedereen toegankelijk.
Een voorbeeld hiervan is de ‘Tijdelijke regeling voorziening leermiddelen’; mbo-scholen kunnen daarvoor extra middelen van het rijk inzetten om minderjarige studenten te helpen bij de schoolkosten. Als je ouder bent dan achttien kun je studiefinanciering of een lening aanvragen bij DUO.
Voor alle spullen die je nodig hebt voor het volgen van onderwijs geldt dat ze voldoende intensief gebruikt moeten worden. De opleiding moet dit ook regelmatig evalueren. Als ze niet vaak gebruikt worden, mag de school het niet meer aan de student vragen om deze te kopen. Dit wordt samen met de studentenraad bepaald. Als je klachten hebt over de spullen die je moet kopen, kan je hiervoor ook naar de studentenraad. En natuurlijk kan je ook zelf zitting nemen in de studentenraad en op die manier invloed hebben op welke spullen er gekocht moeten worden (art. 8a.2.2 lid 3 onder d en n WEB).