Studiefinanciering bestaat uit verschillende onderdelen. Een student moet bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) altijd zelf aangeven welke vormen van studiefinanciering hij of zij wilt ontvangen. DUO bekijkt of je voldoet aan de voorwaarden, wat jouw situatie is en bepaalt welke studiefinanciering je precies ontvangt.
Studenten komen in aanmerking voor studiefinanciering als zij een BOL-opleiding of studie in het hoger onderwijs volgen (art. 2.3 lid 1 onder b en lid 2 Wet studiefinanciering 2000). Studiefinanciering gaat in vanaf het kwartaal na de 18e verjaardag (art. 2.3 lid 1 onder b Wet studiefinanciering 2000) Soms moet je daardoor wat langer wachten. De eerste maand na het afronden van je studie vervalt het recht op studiefinanciering (art. 2.7 lid 1 Wet studiefinanciering 2000). Studiefinanciering kan bestaan uit (art. 3.1 lid 1 onder b en lid 2 Wet studiefinanciering 2000):
De basisbeurs is een maandelijkse uitkering. Deze bijdrage is vooral bedoeld voor kosten voor levensonderhoud en lesgeld (art. 3.2 lid 1 onder a en b Wet studiefinanciering 2000.) De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de woonsituatie. Als je niet meer thuis woont of studeert terwijl je al kinderen hebt, dan is de uitkering soms hoger (art. 3.5 en 3.6 Wet studiefinanciering 2000).
Sommige studenten komen in aanmerking voor een aanvullende beurs. Dit vraagt een student zelf aan. DUO controleert het inkomen van de ouders van een student, het aantal verzorgende kinderen en of jouw ouders een studieschuld nog terugbetalen (art. 3.8 Wet studiefinanciering 2000).
Met een studentenreisproduct kan je gratis reizen met het openbaar vervoer. Ook mbo-studenten jonger dan 18 kunnen het reisproduct aanvragen (art. 2.3 lid 1 onder a Wet studiefinanciering 2000). Dit reisproduct gaat in vanaf de eerste dag van de maand waarop de opleiding van start gaat.
Heb je (tijdelijk) extra geld nodig voor jouw studie? Dan kan je ook bijlenen. Een student bepaalt zelf hoeveel hij of zij leent. Dit is maandelijks aan te passen. Hoeveel je precies mag lenen hangt af van je woonsituatie. Woon je nog bij je ouders, dan mag je minder lenen dan studenten die uitwonend zijn (art. 3.15 Wet studiefinanciering 2000).
Een lening wordt na de studietijd altijd terugbetaald, mét rente. Terugbetalen van de basisbeurs, aanvullende beurs en lening is afhankelijk wat voor opleiding je volgt en of je de opleiding afmaakt.
Als je een opleiding mbo 1 of 2 doet, zijn de basisbeurs, studentenreisproduct en aanvullende beurs in principe altijd een gift (art. 4.2 Wet studiefinanciering 2000). Je hoeft studiefinanciering niet terug te betalen, tenzij je langer dan vijf weken wegblijft van school en je daarna niet binnen de drie weken weer naar school gaat (art. 4.3 lid 1 jo. 4.4 lid 1 Wet studiefinanciering 2000).
Volg je een mbo-opleiding niveau 3 of 4? Dan ontvang je in principe 4 jaar lang studiefinanciering (art. 4.7 lid 1 Wet studiefinanciering 2000). Voor de specialistenopleiding kan je voor maximaal 2 jaar opnieuw studiefinanciering aanvragen (art. 4.7 lid 2 Wet studiefinanciering 2000).
De basisbeurs, studentenreisproduct en aanvullende beurs worden een gift als je de opleiding binnen 10 jaar afmaakt (art. 4.9 jo. 4.10 Wet studiefinanciering 2000). De periode van 10 jaar gaat in vanaf de 1e maand dat je studiefinanciering voor deze opleiding krijgt Behaal je binnen 10 jaar geen diploma? Dan moet je de basisbeurs, aanvullende beurs en de kosten voor het studentenreisproduct terugbetalen. Het eerste jaar van de aanvullende beurs wordt wel kwijtgescholden.
Studiefinanciering vraag je online aan bij DUO. Hiervoor heb je een DigiD met sms-functie nodig. Vraag minimaal 3 maanden voordat je studie begint studiefinanciering aan, zodat jouw studiefinanciering op tijd ingaat en het studentenreisproduct ontvangt. Stop je met een opleiding, verander je van opleiding en ben je bijna klaar met een opleiding? Geef dit dan zo snel mogelijk door aan DUO. Meer informatie daarover lees je op de website van DUO.