Een voortijdig schoolverlater is iemand tussen de 18 en 23 jaar die stopt met school, maar nog geen startkwalificatie heeft (art. 28 WVO, art. 47a WEC en art. 8.3.8 WEB). Je hebt dan geen diploma waarmee je geschoold werk kan vinden.
Voorbeeld A: je stroomt na het vmbo gelijk door naar een mbo-opleiding niveau 4. Je wordt bijna 20 jaar en mag stoppen met de opleiding. Als je je uitschrijft bij de opleiding, dan ben je een voortijdig schoolverlater.
Voorbeeld B: je volgt een mbo-opleiding niveau 3. Je hebt eerder een diploma niveau-2 gehaald. Als je stopt met de opleiding, dan ben je geen voortijdig schoolverlater.
Voorbeeld C: je zakt voor het vwo-examen en je hebt geen ander diploma. Je bent 18 jaar. Als je stopt met het vwo, dan ben je een voortijdig schoolverlater.
Schooluitval bij jongeren ontstaat door verschillende redenen.
Voor veel jongeren ontstaat schooluitval doordat de overstap van VO naar MBO niet goed aansluit. Bijvoorbeeld jongeren die vanuit een veilige omgeving met veel begeleiding in het VSO of praktijkonderwijs overstappen naar het MBO. Sommige scholieren in het praktijkonderwijs raken hun motivatie kwijt, omdat zij langer op de praktijkschool blijven. Veel vrienden zijn dan al gestart met een mbo-opleiding. Lees meer over deze overstap in ons dossier Overstap van VO naar MBO.
Soms mag een student niet verder met de opleiding. Een student krijgt in het mbo een bindend studieadvies. In sommige gevallen betekent dit dat de student wordt uitgeschreven bij de opleiding. Een student kan ook worden verwijderd. Bijvoorbeeld door ernstig gedrag.
Voor sommige studenten is onderwijs waarin je wordt beoordeeld door toetsen niet altijd passend. Ook gedragsproblemen of problemen thuis kunnen een oorzaak hebben. Deze jongeren moeten al op jonge leeftijd hun weg vinden op de arbeidsmarkt. Zelfs met een diploma op zak is dat niet altijd even makkelijk. Dit terwijl jongeren met een hoger opleidingsniveau vaak pas op latere leeftijd uitstromen naar de arbeidsmarkt.
Leerlingen zonder startkwalificatie moeten naar school tot hun 18e verjaardag (art. 4b Lpw). De gemeente helpt jongeren ouder dan 18 jaar wel met een plan om alsnog een opleiding af te ronden. De gemeente begeleidt vooral studenten die via het voortgezet speciaal onderwijs doorstromen naar het mbo en scholieren die de overstap maken van:
De begeleiding van de gemeente bestaat in principe uit hulp om weer naar school te gaan. Als dit niet lukt, dan helpt de gemeente om naast een betaalde baan een mbo-diploma te halen. Sommige jongeren worden geholpen om een betaalde baan te vinden (art. 118g lid 2 WVO, art. 162a WEC lid 2, art. 8.3.1 lid 2 WEB).
Bij sommige jongeren gaan het leren niet vanzelf. Als niet kan worden verwacht dat een startkwalificatie wordt behaald, dan wordt een jongere vrijgesteld van het onderwijs, zodra betaald werk is gevonden. Hiervoor heb je dan een contract nodig. Dit geldt voor:
In Amsterdam volgen ongeveer 7.000 studenten een entreeopleiding of mbo niveau-2. Een groot deel van deze groep heeft hulp nodig om de opleiding succesvol af te ronden en de overstap te maken naar een betaalde baan.
Voor overbelaste jongeren kent Amsterdam twee plusscholen: ROC op Maat en De Amsterdamse Plus. Deze locaties zijn er voor studenten die het zonder extra begeleiding niet redden, maar met begeleiding juist weer wél. Het is een speciale MBO op een kleinschalige locatie en kleine klassen. De locaties zijn goed door de stad verspreid. In Noord, Oost, Zuidoost en Nieuw-West zit een locatie en in West zijn twee locaties. Op iedere locatie kunnen maximaal 100 studenten terecht. De hulp van de gemeente bestaat uit subsidie aan de ROC’s.
Op de Amsterdamse ROC’s zijn leerwerkcoaches. Het doel van de inzet van deze coaches is om jongeren die een entree- of niveau 2-opleiding volgen meer begeleiding te bieden bij het vinden van een passende stageplek of bij uitstroom naar werk. De leerwerkcoaches hebben tijd om jongeren op school te begeleiden in hun zoektocht bij het vinden van de juiste opleiding of beroepsrichting. Bijvoorbeeld door tijdelijk mee te kijken bij een werkgever. Een leerwerkcoach helpt ook met het contact met bedrijven. De hulp van de gemeente bestaat uit subsidie aan de ROC’s.
De gemeente helpt jongeren die niet in staat zijn zelfstandig het wettelijke minimumloon te verdienen (art. 7 lid 1 onder a sub 2 Participatiewet). Per gemeente verschilt de aanpak hiervan. In Amsterdam zijn er jobcoaches actief die jongeren helpen bij het vinden van werk. Jongeren die niet in staat zijn het wettelijke minimumloon verdienen zijn vaak jongeren uit het praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en een entreeopleiding. De joboaches zijn er ook voor jongeren die wel een beroepsopleiding niveau-1 of niveau-2 hebben afgerond, maar toch geen betaald werk kunnen vinden. Bijvoorbeeld doordat werkgevers het tempo en de manier van leren van de jongeren lastig kunnen inschatten. De jobcoaches werken bij de gemeente.
Gemeenten en scholen werken samen om voortijdig schoolverlaten onder jongeren tussen de 18 en 23 jaar tegen te gaan. Scholen zijn daarom verplicht om bij de gemeente te melden als een student niet meer naar schoolgaat. In de volgende situaties zijn de scholen verplicht om bij de gemeente te melden:
Een jongere tussen de 18 en 23 jaar zonder startkwalificatie die wordt uitgeschreven bij de opleiding (art. 118g lid 1 onder b WVO, art. 162a WEC lid 1 onder b, art. 8.3.1 lid 1 onder b WEB).
Dit geldt ook voor studenten die zijn ingeschreven bij het mbo of vavo, maar vier weken de school niet bezoeken (art. 118g lid 1 onder a WVO, art. 162 lid 1 onder a WEC en art. 8.3.1 lid 1 onder a WEB). Sommige opleidingen hanteren een nog kortere termijn om te melden. Dit is toegestaan. De termijn kan je dan terugvinden in de schoolgids of de Onderwijs- en examenregeling.
Voor dit artikel is het document Uitvoeringsagenda Inzetten op jongeren in een kwetsbare onderwijspositie 2019-2023 van de Gemeente Amsterdam geraadpleegd.