De meeste studenten in het mbo volgen een BOL-opleiding. Studenten krijgen veel theorie in de schoolbanken en ook huiswerk mee naar huis. Studenten volgen een korte stage om praktijkervaring op te doen. Studenten kunnen gratis reizen met een ov-kaart, ook als zij minderjarig zijn. Studenten reizen namelijk vijf dagen per week naar school.
Studenten in het mbo kunnen ook een BBL-opleiding volgen, mits zij 16 jaar of ouder zijn. Je gaat vooral werken en één of twee dagen naar school. Studenten leren vooral in de praktijk door zelf te doen en te ervaren. Studenten krijgen geen ov-kaart. Meestal krijgen studenten wel een reisvergoeding. Soms krijgen studenten ook een vergoeding voor de uren dat ze op school verblijven.
Sommige studenten vinden het prettiger om te leren door te doen. Andere studenten willen vooral theorie leren en met studiegenoten aan projecten werken. OCO zet de verschillen op een rij:
BOL | BBL |
---|---|
Leren door veel theorie | Leren door ervaring op te doen in de praktijk |
Vooral naar school | Meestal bij een werkgever |
Ongeveer 3 of 4 dagen per week naar school | 1 of 2 dagen per week naar school |
Soms een stagevergoeding tijdens de stage | Een arbeidsovereenkomst en salaris |
Studiefinanciering (vanaf 18 jaar) | Geen studiefinanciering |
Recht op studentenreisproduct (ook onder de 18 jaar) | Geen recht op studentenreisproduct |
Vooral contact met studiegenoten | Veel contact met collega’s |
Geen leerwerkplek nodig voor start studie | Erkend leerwerkbedrijf is voorwaarde voor start studie |