In het eerste leerjaar van vwo krijgen leerlingen de vakken Nederlands en Engels. Daarnaast krijgen leerlingen les in geschiedenis, aardrijkskunde, economie, wiskunde, biologie, natuur- en scheikunde, verzorging, informatiekunde, techniek, lichamelijke opvoeding, beeldende vorming, muziek, drama en dans (art. 2.13 lid 1 en 2 WVO 2020).
Vwo-leerlingen krijgen in de onderbouw naast Nederlands en Engels ook verplicht Duits en Frans (art. 2.3 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Maar de leerling mag een van deze vakken ook inruilen voor een andere vreemde taal, zoals: Spaans, Russisch, Italiaans, Arabisch, Turks of Chinees (art. 2.3 lid 2 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Let op: niet alle scholen bieden deze andere vreemde talen aan.
Soms beginnen leerlingen pas in het tweede of derde leerjaar met een vak, zoals natuurkunde, economie, Duits of Frans. Bovendien kan de school ervoor kiezen om vakken samen te voegen. Bijvoorbeeld een combinatie van informatica, scheikunde en techniek. Als een school een vak verplicht stelt in het eerste leerjaar, dan is dit verplicht voor alle leerlingen.
De overheid heeft voor bovengenoemde leergebieden 58 kerndoelen vastgesteld (art. 2.14 lid 2 WVO 2020). De kerndoelen beschrijven globaal wat een school in de onderbouw van het voortgezet onderwijs in elk geval moet aanbieden aan de leerling. Dit is vastgelegd in Bijlage 1 van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020.
Soms worden havo en vwo in één brede brugklas ondergebracht. Maar er zijn ook scholen die leerlingen al vroeg indelen in een afdeling atheneum of gymnasium. De school is vrij om hierin keuzes in te maken.
De vakken uit leerjaar één worden ook in het tweede en derde leerjaar gegeven. Als de school het vak inroostert, is deelname verplicht.
Leerlingen maken aan het einde van het derde leerjaar een keuze voor één van de vier profielen:
Sommige leerlingen kiezen een dubbelprofiel. De leerling volgt dan een vakkenpakket dat aan de eisen van meerdere profielen voldoet. Vaak is dit een combinatie van de natuurprofielen of een combinatie van de maatschappijprofielen.
Na het succesvol afronden van het derde leerjaar stromen leerlingen door naar de vierde klas: de bovenbouw.
Vanaf het vierde leerjaar zitten leerlingen in de bovenbouw. Leerlingen volgen in de bovenbouw een gemeenschappelijk deel, een profieldeel en een vrij deel (art. 2.21 lid 4 WVO 2020).
In leerjaar vier volgen leerlingen op het vwo de volgende vakken uit het gemeenschappelijke deel: Nederlands, Engels, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en culturele en kunstzinnige vorming (CKV).
Leerlingen op het atheneum volgen verplicht een tweede moderne vreemde taal. Dit is meestal Frans of Duits (art. 2.5 lid 1 Uitvoeringsbesluit WVO 2020). Voor gymnasium geldt dat Latijn of Grieks, een van de klassieke talen, verplicht is (art. 2.5 lid 2 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Naast het gemeenschappelijk deel volgen leerlingen vakken uit het gekozen profiel. Ieder profiel kent verschillende verplichte vakken. Natuurkunde is bijvoorbeeld verplicht bij het profiel Natuur en Techniek. En biologie is verplicht bij het profiel Natuur en Gezondheid. Vaak kiezen leerlingen voor een specifiek profiel, omdat de bijbehorende vakken hen goed liggen of omdat die vakken passen bij een vervolgopleiding. Hieronder staat het overzicht van de twee of drie verplichte profielvakken:
Profiel Natuur en Techniek
Profiel Natuur en Gezondheid
Profiel Economie en Maatschappij
Profiel Cultuur en Maatschappij
Leerlingen kiezen minimaal één profielkeuzevak. Een profielkeuzevak is een vak dat bij een ander profiel hoort. Een leerling die het profiel Natuur en Techniek volgt kiest bijvoorbeeld het keuzevak biologie. En een leerling die het profiel Cultuur en Maatschappij volgt kiest bijvoorbeeld het keuzevak economie.
Leerlingen die het profiel Cultuur en Maatschappij volgen kiezen verplicht minimaal twee profielkeuzevakken:
Vaak stelt de school een beperkt aantal vakken vast waar leerlingen uit kunnen kiezen. Wil je weten welke keuzevakken jouw school aanbiedt? Kijk dan in de schoolgids.
De vakken uit het vierde leerjaar worden ook in het vijfde leerjaar en het examenjaar gegeven. Daarnaast maken leerlingen in het examenjaar een profielwerkstuk (art. 2.53 lid 3 WVO 2020).
VWO-leerlingen leggen in minimaal acht vakken eindexamen af. De overige vakken ronden leerlingen af met een schoolexamen.
Meer informatie over het eindexamen staat in: ‘Veelgestelde vragen over het eindexamen’.