Het is de Week tegen Pesten: een nationale campagne gericht op het tegengaan van pesten in het onderwijs. Uit cijfers van Kenniscentrum Omgaan met Pesten blijkt dat pesten in het onderwijs toeneemt en bovendien ernstigere vormen aanneemt. Vertrouwensinspecteurs meldden in 2024 een toename van 33 procent in het aantal meldingen ten opzichte van het jaar ervoor.
Ook OCO behandelt regelmatig casussen over pesten. Het gaat gemiddeld om dertig casussen per schooljaar. Dit aantal is groter als je ook kijkt naar casussen waarin sprake is van complexere problematiek, waarbij pesten een van de problemen is. Denk bijvoorbeeld aan een casus waarbij de hoofdvraag gaat om extra ondersteuning bij rekenen in de klas, en waarbij meer zijdelings vermeld wordt dat een kind ook wordt gepest.
De verhalen die OCO van ouders hoort gaan over kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs. Soms gaat het om tijdelijk pestgedrag en is de ernst licht tot matig. Vaker betreft het casussen waarbij kinderen te maken hebben met stelselmatig en ernstig pestgedrag, dat zich soms ook uit in fysiek geweld.
Opvallend is dat meerdere ouders aangeven dat de school in hun optiek te weinig doet om het pesten tegen te gaan. Bovendien lijken sommige scholen terughoudend in het opleggen van sancties aan de pesters.
OCO signaleert vier categorieën hulpvragen van ouders, van licht naar zwaar:
Vaak is er al langere tijd sprake van pesten als ouders bij OCO terechtkomen. De hulpvraag is dan niet meer hoe ouders het gesprek kunnen aangaan met school om het pesten te stoppen. Of hoe ze de school kunnen aansporen meer tegen het pesten te doen.
De hulpvraag is dan vaker hoe ze een nieuwe school kunnen vinden voor hun kind. Of welke stappen ze moeten ondernemen nu hun leerplichtige kind thuiszit.
OCO geeft altijd onafhankelijk advies op maat aan ouders en leerlingen. Daarnaast zet OCO in op de-escalatie en heldere communicatie met school.
Als het pestgedrag recent is begonnen en (nog) licht van aard is, adviseert OCO daarom altijd om eerst in gesprek te gaan met de leerkracht van het kind.
Levert dit gesprek niets op? Of heeft het onvoldoende effect? Dan is de volgende stap een gesprek met de intern begeleider (ib’er), zorgcoördinator of pestcoördinator. Ook heeft iedere school een (extern) vertrouwenspersoon waarbij je terecht kan met je hulpvraag.
Lees voorafgaand aan een gesprek met de leerkracht of andere professional, het anti-pestprotocol van de school. Dit is meestal te vinden op de website van de school. Hierin staat welk beleid de school hanteert, zowel preventief (maatregelen om pesten te voorkomen) als curatief (de aanpak wanneer er daadwerkelijk pestgedrag plaatsvindt).
Als gesprekken met school niets opleveren en het pesten maar doorgaat, adviseert OCO in sommige gevallen om na te denken over een schoolwissel. Een schoolwissel is ingrijpend voor een kind. Al helemaal als de oorzaak daarvan stelselmatig pesten op de oude school is. Toch kan dit in sommige gevallen een uitkomst zijn en een einde maken aan het lijden van het kind.
Als ouders dit besluit overwegen of al genomen hebben komen ze vaak bij OCO terecht voor hulp en advies hoe ze dit het beste kunnen aanpakken. Een schoolwissel in het basisonderwijs in Amsterdam is vaak makkelijker dan in het voortgezet onderwijs. In het voortgezet onderwijs zijn met name de populaire scholen in Amsterdam Zuid en Centrum in de meeste leerjaren vol.
Lees ook: ‘Hoe vind ik een nieuwe middelbare school in Amsterdam? Tips en informatie voor schoolwisselaars’
Soms spreekt OCO ouders van kinderen die thuiszitten door pesten op school. Het gaat om schrijnende gevallen, waarbij vaak sprake is van een complexere problematiek. Zo hebben deze kinderen vaker een neurodivergente diagnose (zoals autisme en/of ADD) en worstelen zij al langere tijd met angst en depressie.
Bij deze complexe dossiers is geen pasklaar advies. OCO hoort in eerste instantie het verhaal van ouders aan. Door vragen te stellen en de hulpvraag scherp te krijgen, wordt de situatie beter in kaart gebracht. Welke hulpverleners zijn al betrokken bij dit gezin? Is er contact met Leerplicht en met het Samenwerkingsverband? Hoe is het contact met de school?
Daarna volgt een advies dat aansluit bij de persoonlijke situatie van het kind.