Scholen hebben de vrijheid om eigen beleid te voeren op grond van Artikel 23 van de Grondwet, tenzij de wet anders bepaalt. In de wet op het voortgezet onderwijs (WVO) staat geen specifieke regeling vastgelegd voor het verlenen van toetsinzage. Scholen zijn niet aan strenge eisen verbonden. Over het algemeen bieden scholen hun leerlingen de mogelijkheid om gemaakte toetsen in te zien of om deze klassikaal te bespreken. Op welke wijze toetsinzage exact wordt ingevuld, hangt af van de school.
In het leerlingenstatuut staan de schoolregels voor leerlingen, waaronder regels over toetsafname en toetsinzage. Wat er nog meer in het leerlingenstatuut staat lees je in het artikel Wat staat er in het leerlingenstatuut?.
Scholen slaan behaalde cijfers op in hun leerlingvolgsysteem. Dit systeem is een onderdeel van het leerlingdossier. Na vastlegging bepaalt de school wat er met de gemaakte toetsen gebeurt. In de praktijk worden gemaakte toetsen in het voortgezet onderwijs meestal aan leerlingen teruggegeven, zodat ze kunnen leren van de correcties. Als scholen gemaakte toetsten bewaren maken deze ook onderdeel uit van het leerlingdossier. Ouders hebben ten alle tijde recht op inzage en een kopie van het leerlingdossier.
In de wet zijn enkele situaties beschreven waarbij ouders en leerlingen recht hebben op toetsinzage. Artikel 57 Eindexamenbesluit VO omschrijft dat middelbare scholen het werk van het centraal examen en de rekentoets tot minimaal zes maanden na de uitslag bewaren. Deze periode biedt ouders en leerlingen de mogelijkheid om de gemaakte toetsen in te zien.