Op de basisschool leren kinderen Nederlands, rekenen, wereldoriëntatie, kunstzinnige oriëntatie, bewegingsonderwijs en Engels.
In groep 7 leert een kind nieuwe leesstrategieën, spellingregels, rekenen met procenten en het metrieke stelsel van lengte, inhoud en gewicht
In groep 8 herhalen leerlingen lesstof uit eerdere leerjaren, zoals regels voor (werkwoord)spelling, leesstrategieën, breuken en procenten.
In groep 6 leert een kind nieuw regels voor (werkwoord)spelling, taal- en rekenkundig ontleden, rekenen met grote getalellen, breuken en decimalen.
In groep 5 leert een kind (werkwoord)spelling en taal- en redekundig ontleden. Daarnaast leert het rekenen met grote getallen en delen.
In groep 1 en 2 leren kleuters tellen en rijmen. Ook leren zij spelenderwijs cijfers en letters herkennen en optellen en aftrekken met kleine getallen.
In groep 3 leert een kind lezen, schrijven en rekenen. De leerkracht toetst regelmatig leerlingen om hun leesontwikkeling te volgen.
In groep 4 leert een kind steeds beter technisch en begrijpend lezen en spellen. Daarnaast leert het de tafels (vermenigvuldigen).
Op het vwo is er vanaf leerjaar vier verschil tussen wiskunde A, B, C en D. Op het havo heb je alleen wiskunde A, B en D.
Wat kunnen ouders doen als zij het oneens zijn met de deelname van hun basisschool aan de Week van de Lentekriebels en Paarse Vrijdag?
Toon meer artikelen