De overheid heeft voor ieder verplicht vak – Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde, oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs – kerndoelen vastgesteld. De kerndoelen beschrijven globaal wat een school in groep 1 tot en met groep 8 in elk geval moet aanbieden aan de leerling. Dit is vastgelegd in het Besluit vernieuwde kerndoelen WPO.
SLO (Stichting Leerplanontwikkeling) heeft de kerndoelen voor de groepen 1 tot en met 8 van de basisschool uitgewerkt in leerlijnen. Een leerlijn geeft aan wat er per leerjaar wordt behandeld. Ook geeft het aan wat behandeld moet zijn voordat een volgende stap kan worden gezet.
Een kind kan bijvoorbeeld pas leren lezen als het fonemisch bewustzijn (het kunnen doorzien dat woorden uit losse klanken bestaan) is ontwikkeld. En een kind kan pas optelsommen maken als het kan tellen. Kerndoelen en leerlijnen helpen een school een doorgaande lijn te bieden voor de ontwikkeling van kinderen.
Een school mag overigens zelf bepalen hoe ze de vakken aanbiedt (didactiek) en welk lesmateriaal (methode) ze hiervoor gebruikt. Hierdoor kan de invulling per school verschillen.
SLO heeft de kerndoelen voor de zes vakken uitgewerkt in een leerlijn voor kleuters, waarin rekening is gehouden met de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen. Omdat kleuters sociaal-emotionele en cognitieve vaardigheden leren door te spelen, staat in groep 1 en 2 spel centraal. Daarom werken de meeste kleutergroepen op basisscholen met rijk ingerichte speelhoeken, zoals een bouwhoek, een themahoek en een leeshoek. Hoe uitdagender de speelomgeving van kleuters, hoe meer zij leren. Bovendien is de aangeboden leerstof concreet en letterlijk dicht bij huis. Kleuters leren namelijk het best door in aanraking te komen met betekenisvolle onderwerpen en thema’s waarmee zij vertrouwd zijn. Bijvoorbeeld de telrij tot twintig oefenen met speelgoed snoepjes en het onderzoeken van planten en dieren in de eigen tuin.
Tot zesjarige leeftijd mag een kind een aantal uur (maximaal vijf) thuisblijven als de schoolweek nog te vermoeiend is (art. 11a Lpw). De ouder is verplicht dit bij de school te melden. Voor een vrijstelling van tien uur per week is toestemming van de school nodig.
SLO heeft het vak Nederlandse taal voor groep 1 en 2 onderverdeeld in vier domeinen:
In dit overzicht van SLO staat meer informatie over Nederlands in groep 1 en 2.
SLO heeft het vak rekenen/wiskunde voor groep 1 en 2 onderverdeeld in zes domeinen:
In dit overzicht van SLO staat meer informatie over rekenen/wiskunde in groep 1 en 2.
SLO heeft het vak oriëntatie op jezelf en de wereld voor groep 1 en 2 onderverdeeld in zes domeinen, waarbij de wereld dichtbij huis centraal staat:
In dit overzicht van SLO staat meer informatie over oriëntatie op jezelf en de wereld in groep 1 en 2.
SLO heeft het vak kunstzinnige oriëntatie voor groep 1 en 2 onderverdeeld in vijf domeinen:
In dit overzicht van SLO staat meer informatie over kunstzinnige oriëntatie in groep 1 en 2.
SLO heeft het vak bewegingsonderwijs voor groep 1 en 2 onderverdeeld in elf vaardigheden:
Daarnaast leren kinderen samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deel te nemen. Ze leren de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening te houden. Ook leren kinderen het bewegingsarrangement (bijvoorbeeld hoepels en matten) veilig neerzetten.
In dit overzicht van SLO staat meer informatie over bewegingsonderwijs in groep 1 en 2.
Soms krijgen kinderen bewegingsonderwijs van een vakspecialist (iemand die de Academie voor Lichamelijk Opvoeding heeft afgerond). In andere gevallen krijgen kinderen bewegingsonderwijs van een groepsleerkracht. In groep 1 en 2 zijn alle leerkrachten hiervoor bevoegd. Pas vanaf groep 3 moet een leerkracht in het bezit zijn van een zogeheten ‘brede bevoegdheid’ (aanvullende opleiding of Pabo oude stijl) om bewegingsonderwijs te mogen geven.
In dit artikel van de PO-Raad (de sectororganisatie voor het primair onderwijs) staat meer informatie over bevoegdheid binnen het bewegingsonderwijs.
Kenmerkend voor kleuters is dat zij steeds meer besef krijgen van een ‘eigen ik’. Zij streven naar autonomie: dingen zelf doen, ondernemen en ontdekken. Zij kunnen dit ook omdat zij steeds betere motorische en cognitieve vaardigheden tot hun beschikking hebben. Hierbij hebben zij wel behoefte aan duidelijkheid – regels en afspraken in de klas – en vertrouwen van volwassenen. Een leerkracht heeft de taak om de toenemende wil tot autonomie bij kleuters te stimuleren en te ontwikkelen.
Terwijl de autonomie bij een kleuter toeneemt, neemt zijn egocentrisme af. In de belevingswereld van een jonge kleuter is hij het centrale middelpunt. Hij kan zich vaak nog niet goed inleven in de gevoelens van een ander en begrijpt niet dat andere kinderen dingen anders kunnen waarnemen. Langzaamaan neemt dit egocentrisme af en maakt dit plaats voor sociale cognitie: begrip en inzicht in wat anderen denken en voelen. Het empathisch vermogen en altruïsme (anderen helpen zonder eigenbelang) nemen toe.
Het geheugen van kleuters is sterk in ontwikkeling. Hierbij nemen zij met name visueel-ruimtelijke informatie (zien) goed op. Dit geldt in veel mindere mate voor auditieve informatie (horen). Concentratie wordt bij kleuters nog erg bepaald door motivatie. Als een kleuter plezier heeft in een taak, bijvoorbeeld kralen rijgen, kan het hier gerust een half uur achter elkaar geconcentreerd mee bezig zijn.
In groep 3 moet een kind over bepaalde vaardigheden beschikken om de hele dag op school te kunnen functioneren en leren. Zo moet het eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren. Daarom maken leerkrachten uit de onderbouw een inschatting of een kind klaar is voor groep 3. Zij letten hierbij op de fysieke, zintuigelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind. In sommige gevallen kan de leerkracht in overleg met de ouders besluiten de kleuterperiode voor een kind te verlengen.
Meer informatie hierover staat in het artikel: ‘Wanneer is mijn kind klaar voor groep 3?’