Wat is hoogbegaafdheid?

Geplaatst door IH op 13 december 2021
Hoogbegaafde kinderen hebben een hoge intelligentie, maken grote denkstappen, zijn zeer zelfstandig en creatief en hebben vaak een speciaal gevoel voor humor. Hoogbegaafdheid wordt niet altijd herkend omdat hoogbegaafde kinderen hun bijzondere eigenschappen soms verbergen wanneer ze zich aanpassen aan hun omgeving. Vaak wordt gedacht dat hoogbegaafde kinderen vanzelf hoge cijfers halen en bijna geen uitleg nodig hebben. Dat is onjuist. Ouders spelen een belangrijke rol in het herkennen van de hoogbegaafdheid van hun kind en in de zorg voor de juiste begeleiding. De aanvraag voor een intelligentieonderzoek (IQ-test) verloopt meestal via school of de huisarts.

Wat is hoogbegaafdheid?

Hoogbegaafdheid is meer dan een hoge intelligentie (een IQ van minimaal 130). Het is namelijk een samenspel van diverse elementen, waaronder: aanleg, gedrag, persoonlijkheid en omgeving. Denk hierbij aan het kunnen maken van grote denkstappen, een hoge mate van zelfstandigheid en creativiteit en een speciaal gevoel voor humor.

Het Informatiepunt Onderwijs, Hoogbegaafdheid en Excellentie van het SLO gebruikt de volgende definitie:

  • (Hoog)begaafde leerlingen beschikken over een in aanleg aanwezig potentieel om tot uitzonderlijke prestaties te komen, behorend bij de beste tien procent, op één of meerdere begaafdheidsgebieden.
  • De ontwikkeling van talent is een langdurig en dynamisch proces. Zowel persoonlijkheidseigenschappen als de interactie met de omgeving zijn mede bepalend voor de mate waarin het aanwezige potentieel tot zijn recht komt (Mönks, Heller en Gagné).
  • Een (hoog)begaafde leerling beschikt over een hoge intelligentie in combinatie met een creatief denkvermogen (Renzulli, Mönks, Sternberg).
  • Daarnaast is er sprake van een intrinsieke motivatie (doorzettingsvermogen) om een taak te volbrengen wat zich onder andere uit in een sterke gedrevenheid wanneer iets hun interesse heeft (Renzulli, Mönks).
  • (Hoog)begaafdheid is domeinspecifiek: bijvoorbeeld op het gebied van taal of wiskunde (Gardner, Heller en Gagné).

Op een gemiddelde populatie heeft tien procent van de leerlingen kenmerken die kunnen duiden op (hoog)begaafdheid (Mönks, 1995), waaronder indicaties die duiden op een hoge intelligentie. Hoogbegaafdheid komt ongeveer bij 2,5% van de bevolking voor. Ongeveer 0,1% is uitzonderlijk hoogbegaafd en heeft een IQ hoger dan 145.

Signaleren hoogbegaafdheid en passend onderwijs

Als ouders en school vroeg signaleren dat een kind hoogbegaafd is, kunnen zij optimaal inspelen op zijn leer- en ontwikkelingsbehoeften. Vaak denken mensen dat hoogbegaafde kinderen vanzelf hoge cijfers halen en bijna geen uitleg nodig hebben. Maar dat is onjuist. Ook hoogbegaafde leerlingen hebben uitleg nodig als ze leerstof op hun eigen (hogere) niveau krijgen. En als leerlingen onvoldoende worden uitgedaagd kunnen zij juist gaan onderpresteren en lage cijfers halen.

Omdat hoogbegaafde leerlingen recht hebben op passend onderwijs, bieden veel basisscholen speciale programma’s of zelfs aparte klassen aan voor (hoog)begaafde leerlingen. In het schoolondersteuningsprofiel of schoolplan staat welke ondersteuning en begeleiding een school geeft.

Daarnaast zijn er basisscholen en middelbare scholen met het keurmerk ‘begaafdheidsprofielschool’. In Amsterdam heeft één school voor voortgezet onderwijs dit keurmerk: het Fons Vitae Lyceum. Maar er zijn ook veel scholen zonder dit keurmerk die een speciaal programma hebben voor hoogbegaafde leerlingen.

Als kinderen onvoldoende op hun eigen niveau worden aangesproken ontstaan er soms leer- en/of gedragsproblemen, zoals:

  • extreem traag werktempo;
  • onderpresteren;
  • woede-uitbarstingen thuis en/of in de klas;
  • geen aansluiting vinden bij leeftijdsgenoten;
  • tics en dwanghandelingen;
  • passief gedrag;
  • depressief gedrag;
  • bijzonder druk of juist dromerig thuis en/of in de klas. Dit gedrag kan ten onrechte worden gezien als ad(h)d of autisme omdat kenmerken overlappen en het kind daarnaast wellicht onderpresteert.

Onderpresteren

Sommige ouders en/of school vermoeden al vrij snel dat een kind hoogbegaafd is omdat het hiervan kenmerken vertoont. Maar er zijn ook kinderen van wie ouders noch leerkrachten doorhebben dat het kind hoogbegaafd is. Deze kinderen hebben zich in dit geval aangepast aan de norm, zodat zij gemiddeld presteren ten opzichte van andere kinderen. Maar in feite presteren zij onder hun eigen, werkelijke niveau. Dit heet ook wel onderpresteren. Pas op het moment dat zij worden aangesproken op hun capaciteiten (in bijvoorbeeld een plusklas) tonen zij hun bijzondere intelligentie en creatieve denkwijze. Absolute onderpresteerders presteren zelfs onder het groepsniveau.

Officieel vaststellen hoogbegaafdheid

Het is niet noodzakelijk om hoogbegaafdheid officieel te laten vaststellen. Toch kunnen ouders en school redenen hebben om wel een onderzoek te laten uitvoeren, bijvoorbeeld:

  • Wanneer leerkracht en ouders verschillen van inzicht, met als gevolg dat er geen afstemming mogelijk is over het onderwijsaanbod en de begeleiding van de leerling;
  • Wanneer toelating tot een specifieke school of plusklas dit vraagt;
  • Als ouders meer inzicht willen in het ontwikkelingsniveau van hun kind, zodat ze hem of haar beter kunnen begeleiden.

Wie test mijn kind op hoogbegaafdheid?

Diagnostisch geschoolde (ortho)pedagogen en psychologen zijn bevoegd om een intelligentieonderzoek uit te voeren. Het intelligentieonderzoek bepaalt de hoogte van het IQ. Een veelgebruikte IQ-test is de WISC III. Een intelligentietest op jonge leeftijd is minder betrouwbaar dan op latere leeftijd. Daarom raden experts aan om hiermee te wachten totdat een kind minimaal zeven of acht jaar is.

Het is belangrijk dat de orthopedagoog of psycholoog die de test afneemt, kennis heeft van hoogbegaafdheid. Daarnaast is het van belang dat hij of zij ervaring heeft met het testen van hoogbegaafde kinderen. Bij kinderen is namelijk de kans aanwezig dat zij door faalangst, perfectionisme of onderpresteren het antwoord wel weten, maar niet geven. Bovendien zijn zij gevoeliger voor tijdsdruk.

Als de hoogbegaafdheid samengaat met leer- en/of gedragsproblemen is het aan te raden dat een (ortho)pedagoog of psycholoog met kennis van en ervaring met deze combinatie het intelligentieonderzoek uitvoert.

Hoe kan ik een IQ-test aanvragen?

De aanvraag voor een intelligentieonderzoek (IQ-test) verloopt meestal via school of de huisarts (verwijzing). Maar u kunt ook zelf op zoek gaan naar een orthopedagoog of psycholoog met expertise op het gebied van hoogbegaafdheid. Informeer eventueel naar de ervaringen van andere ouders met hoogbegaafde kinderen.

Het is essentieel dat u vertrouwen heeft in diegene die de test afneemt, zodat u ook vertrouwen heeft in de uitkomst van het onderzoek. Een eventuele hertest kan namelijk pas na één á twee jaar worden uitgevoerd, om zo een leereffect te voorkomen.

Ben je op zoek naar een (ortho)pedagoog of psycholoog met expertise op het gebied van hoogbegaafdheid? In dit overzicht van SLO kun je per onderwijssector op zoek naar een professional met specifieke expertise en scholing.

In ‘Organisaties en activiteiten voor hoogbegaafden’ vind je meer informatie over zomerkampen, excursies en plusklassen voor hoogbegaafden. En in ‘Vergoedingen bij hoogbegaafdheid’ lees je in welke gevallen je in aanmerking komt voor vergoeding van bijvoorbeeld een IQ-test en hoe je dit kunt regelen.

Meer artikelen over Ontwikkeling, Hoogbegaafdheid