De ouderbijdrage is altijd vrijwillig. Vrijwillig betekent dat ouders mogen kiezen of zij de ouderbijdrage betalen. Dit heeft niets met het inkomen te maken. Scholen moeten zich houden aan regels aan de wet. Een school mag een leerling niet weigeren bij aanmelding (of verwijderen) als een ouder de vrijwillige ouderbijdrage niet betaalt (art. 40 lid 1 WPO en art. 27 lid 2 WVO).
Scholen ontvangen subsidie van het rijk voor het onderwijs, maar niet voor alle activiteiten. Scholen vragen vaak een bijdrage voor extra activiteiten, zoals schoolreisjes, het kerstdiner en sinterklaas. Dit zijn activiteiten die meestal geen onderdeel uitmaken van het verplichte lesprogramma. Sommige scholen vragen hiervoor één bedrag per jaar. Andere scholen vragen juist per activiteit een bijdrage aan de ouders. Scholen mogen een bijdrage aan ouders vragen, zolang de school duidelijk is over de vrijwilligheid van de ouderbijdrage.
“De schoolgids bevat voor ouders, verzorgers en leerlingen informatie over de werkwijze van de school en bevat in elk geval informatie over de geldelijke bijdrage waarbij wordt vermeld dat deze vrijwillig is.”
Voor ouders moet voldoende duidelijk zijn dat de ouderbijdrage vrijwillig is. De vrijwilligheid staat ook beschreven in de schoolgids (art. 13 lid 1 onder e WPO en art. 24a lid 1 onder d WVO).
Scholen kunnen een bijdrage vragen voor:
Scholen sluiten leerlingen soms uit van extra activiteiten, omdat ouders de ouderbijdrage niet kunnen of willen betalen. Dit mag als de onderwijsactiviteit niet verplicht is. Bijvoorbeeld een excursie naar Duitsland om te langlaufen. Een excursie naar het buitenland kan soms verplicht zijn vanwege een vak. Bijvoorbeeld een bezoek aan de loopgraven in België vanwege een examen geschiedenis. Een leerling mag worden uitgesloten, maar moet wél les krijgen in dit onderwerp. Dan volgt een leerling lessen hierover op school als de groepsexcursie plaatsvindt.
De school stelt de hoogte en de bestemming van de ouderbijdrage vast. Hiervoor is wel instemming nodig van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. De hoogte van de ouderbijdrage verschilt dus per school. Uit onderzoek van RTL blijkt dat sommige scholen jaarlijks een bijdrage vragen van €600,-. Sommige scholen vragen geen bijdrage aan ouders.
De ouderbijdrage wordt steeds vaker gebruikt voor laptops, tablets of andere digitale leermiddelen. Dit is toegestaan. Maar ook hier geldt dat de ouderbijdrage vrijwillig is. Als het gebruik van een laptop of een iPad verplicht is op school, dan is de ouderbijdrage niet verplicht. Dit betekent dat school vervangend materiaal regelt, als ouders niet willen of kunnen betalen.
Bij een continurooster blijven kinderen tussen de middag verplicht op school. Er is dan sprake van schooltijd. Scholen vragen soms een vrijwillige bijdrage aan ouders voor de overblijfkosten van leerlingen vanwege een continurooster. Dit is toegestaan. Deze bijdrage is niet verplicht.
De vrijwilligheid van de ouderbijdrage heeft al geruime tijd de aandacht van de politiek. Met een motie werd in 2018 aandacht gevraagd voor een maximum bedrag voor de vrijwillige ouderbijdrage. De motie heeft geleid tot een onderzoek over de voor- en nadelen van het stellen van een maximum bedrag. Minister Slob heeft besloten dat een er geen maximum wordt gesteld, maar uitsluiting van leerlingen in alle gevallen onwenselijk is. Er vindt in ieder geval geen wetswijziging plaats. In een kamerbrief over kansengelijkheid benadrukte minister Slob in 2019 nogmaals dat leerlingen voor ‘extra onderwijsprogramma’s, zoals tweetalig onderwijs of Technasium’ nooit uitgesloten kunnen worden.
Er is kritiek op de huidige regels over de vrijwillige ouderbijdrage. Op landelijk niveau ‘wachten’ sommige ouders, scholen, schoolbesturen op een wetswijziging. Om de ouderbijdrage af te schaffen, de mogelijkheid om voor extra onderwijsprogramma’s een verplichte bijdrage te vragen of een bijdrage naar inkomensniveau. In Amsterdam is in de tussentijd een aantal maatregelen getroffen om uitsluiting te voorkomen.
De gemeente Amsterdam keert een scholierenvergoeding uit. Scholierenvergoeding is extra geld voor schoolgaande kinderen. Hiervoor komen ouders en verzorgers met een laag inkomen in aanmerking. Per schooljaar is voor elk kind een maximumbedrag beschikbaar van:
De scholierenvergoeding vraag je aan. Je krijgt het bedrag niet zomaar op je rekening. Je bewaart de bonnetjes en vraagt online het geld terug. De gemeente maakt het bedrag dan over totdat het maximumbedrag is bereikt.
Amsterdamse minimagezinnen kunnen vanaf schooljaar 2019-2020 op vrijwel alle basisscholen de vrijwillige ouderbijdrage betalen met de Stadspas. Vereiste is dat de school meedoet met de regeling voor de Stadspas. Ouders met een stadspas kunnen per kind 50 euro ouderbijdrage door de gemeente laten overmaken naar de school. Ouders hebben in dat geval wel 28 euro minder te besteden aan scholierenvergoeding.
Ruim 17.000 Amsterdamse kinderen op de basisschool hebben een Stadspas, omdat hun ouders een inkomen tot 120 procent van het wettelijk sociaal minimum en weinig vermogen hebben.
Het Noodfonds schoolreisjes is er voor ouders met een krappe beurs. Het kan zo zijn dat de scholierenvergoeding niet voldoende is om de ouderbijdrage van te kunnen betalen. Bijvoorbeeld door andere schoolkosten of een hoge ouderbijdrage. Het noodfonds is een aanvulling op de scholierenvergoeding. Bij het Noodfonds kan je ook terecht voor ondersteuning voor kleding, eten en traktaties bij verjaardagen.
In 2018 is met de Amsterdamse schoolbesturen voor het basisonderwijs een maximumbedrag van €225,- afgesproken voor de vrijwillige ouderbijdrage. Scholen die een hogere ouderbijdrage vragen komen worden vanaf 1 januari 2020 gekort op gemeentelijke subsidies. Het gaat hierbij om geld voor bijvoorbeeld een vakleerkracht, zwemles of een conciërge.
Op voorstel van de SP, met steun van PvdA en GroenLinks, dringt het stadsbestuur er bij alle Amsterdamse basisscholen op aan dat de vrijwillige ouderbijdrage niet hoger is dan € 50,- per leerling per jaar. Sommige scholen vragen nog steeds een hoger bedrag. Dit is toegestaan.