Een plan voor hulp op school: het ontwikkelingsperspectief

Geplaatst door Floor Kaspers op 1 oktober 2023
Iedere leerling heeft wel eens hulp nodig op school. Bijvoorbeeld extra aandacht voor het lezen of oefeningen om zich beter te kunnen concentreren. De school organiseert dit zelf.
Als je kind vaak hulp nodig heeft, of hulp die speciaal georganiseerd moet worden, maakt de school hiervoor een plan. Dit plan heet het ontwikkelingsperspectief. Ook als je kind op speciaal onderwijs zit, maakt school zo’n plan.

Wat voor een soort hulp is er op school?

Het ontwikkelingsperspectief is een plan voor jouw kind. Welke hulp krijgt jouw kind? Er zijn veel verschillende soorten hulp op school. Welke hulp bij jouw kind past, ligt eraan welke dingen voor jouw kind lastig zijn. Heeft je kind bijvoorbeeld moeite met lezen, dan kan de school extra opdrachten geven voor het lezen en vragen aan jullie als ouders om thuis veel te lezen. Als de school denkt dat er misschien een specifieke oorzaak is, zoals dyslexie, kan de school dat onderzoeken. 

Vindt je kind het lastig om dingen goed te onthouden en te plannen, kan er daarbij geholpen worden. Zo kan de mentor meekijken met de agenda, of kan je kind een training krijgen over plannen en structureren. 

De school organiseert de hulp zelf met de mensen die al op school werken, of werkt met specialisten van buiten de school. Zo is er bij iedere school in Amsterdam ook een Ouder- en Kindadviseur (OKA) betrokken die helpt bij vragen van ouders of school over de ontwikkeling van een kind of lastige opvoedvragen.

Welke hulp de school biedt, staat in het schoolondersteuningsprofiel. Je kunt in dit artikel meer hierover lezen. 

Wanneer is er een plan nodig?

Niet voor ieder kind dat meer hulp nodig heeft maakt school een apart plan. School maakt het plan voor leerlingen die meer nodig hebben dan de hulp die alle scholen standaard bieden. In Amsterdam hebben alle scholen samen hierover afspraken gemaakt. Deze hulp, die op alle scholen beschikbaar is, heet de basisondersteuning.

Krijgt je kind hulp die onder de basisondersteuning valt, dan is er geen ontwikkelingsperspectief nodig. Als je kind meer of specialistischere hulp nodig heeft, wordt er wel zo’n plan gemaakt. Dit staat ook in de wet: als er extra ondersteuning voor een leerling nodig is, is een ontwikkelingsperspectief verplicht. Het helpt de school en ouders om goede afspraken te maken.

Voorbeelden van de extra hulp zijn bijvoorbeeld begeleiding bij moeilijk gedrag, aanpassingen voor als je kind een beperking heeft, of een apart lesprogramma voor een deel van de tijd. Voor ieder kind ziet het plan er anders uit, omdat het op maat gemaakt wordt. 

Het is niet de bedoeling dat het ontwikkelingsperspectief een verrassing is. Meestal is er in verschillende gesprekken op school eerder al gekeken naar de dingen die lastig zijn voor je kind, en of er extra hulp nodig is. 

Zit je kind op speciaal (voortgezet) onderwijs, speciaal basisonderwijs of praktijkonderwijs? Ook dan maakt de school altijd een ontwikkelingsperspectief.

Wat staat er in het ontwikkelingsperspectief?

Het ontwikkelingsperspectief is een plan om bepaalde doelen te behalen. Als eerste staat er daarom een ‘uitstroombestemming’ in. Dit de vervolgstap waarvan de school verwacht dat je kind die aan het einde van de schoolperiode zal gaan zetten. Dat kan een overstap zijn naar vervolgonderwijs, waarbij soms ook wordt benoemd welk niveau of schooltype verwacht wordt. Ook kan het zijn dat de uitstroombestemming ‘arbeidsmarkt’ is, waarbij je kind naar verwachting gelijk gaat werken na de middelbare school. Een laatste optie is een vorm van dagbesteding. Deze vervolgstap is vooral voor kinderen die nu naar een vorm van speciaal onderwijs gaan en erg moeilijk kunnen leren. De meeste kinderen met een ontwikkelingsperspectief gaan door naar vervolgonderwijs.

In het ontwikkelingsperspectief staat ook welke dingen voor jouw kind lastig zijn, en welke dingen jouw kind helpen. Dat worden de ‘belemmerende en bevorderende factoren’ genoemd. Een voorbeeld van een bevorderende factor is als ouders thuis goed kunnen helpen. Een voorbeeld van een belemmerende factor is als een kind het moeilijk vindt om regels te volgen. Op basis van die factoren kijkt de school welke ondersteuning hierbij past.

Praktische doelen

Vervolgens staan in het ontwikkelingsperspectief een aantal doelen voor je kind, en de manier waarop aan deze doelen gewerkt gaat worden. Die doelen zijn natuurlijk afhankelijk van wat voor jouw kind nodig is.

Een voorbeeld voor een leerling die het moeilijk vindt om om te gaan met (ernstige) stress, is dat het doel is om hier beter mee om te leren gaan. De manier waarop daaraan gewerkt gaat worden kan dan bijvoorbeeld een intensieve training, regelmatige afspraken met de mentor en technieken voor ontspanning. 

Een ander voorbeeld is als een kind een grote leerachterstand heeft. Het doel is dan om de leerachterstand tot op een bepaald niveau te brengen. Daarvoor kan een aparte leerlijn ingezet worden, waarbij niet het niveau van de klas gevolgd wordt, maar een niveau op maat. 

Wat kun je als ouder zelf doen?

Het ontwikkelingsperspectief wordt door iemand van school geschreven, maar ook als ouder heb je een belangrijke rol. School gaat namelijk met je in gesprek over het plan. Vaak is dat op de basisschool de leerkracht en de intern begeleider en op de middelbare school de mentor en de zorgcoördinator. Zij bespreken de verschillende onderdelen van het plan met je. Je kunt daar je visie op geven. Zo zie je dingen thuis, bijvoorbeeld over wat goed werkt als je kind iets moeilijk vindt, die op school kunnen helpen. Ook zijn er dingen die je thuis kunt doen met je kind, waar je afspraken over kunt maken.

De school is verplicht om dit overleg te voeren. Het staat in de wet dat er ‘op overeenstemming gericht overleg’ is. Het is dus ook de bedoeling dat je het als ouder met school eens bent.

Over het deel van het ontwikkelingsperspectief waarin de doelen en de acties staan, het handelingsdeel, heb je als ouder meer te zeggen. Je hebt hierop ‘instemmingsrecht’. Dit betekent dat dat deel pas definitief is als je het er als ouder ook mee eens bent.

In de praktijk is dat soms lastig. Soms staat er dingen in het plan die je zelf niet herkent, of waar je het niet mee eens bent. Het is dan belangrijk om goed met elkaar in gesprek te gaan. Zoals jij dingen thuis ziet die op school anders zijn, is dat andersom ook zo. Je kind kan zich in een klas heel anders gedragen dan thuis.

Ook is het ontwikkelingsperspectief niet altijd goed te begrijpen. Veel van de woorden die gebruikt worden zijn misschien duidelijk voor een professional, maar niet altijd voor jou als ouder. Stel daarom vragen over wat er bedoeld wordt, en vraag als het nodig is ook om die verduidelijkingen in het plan te zetten. 

Kom je er samen niet uit, kijk dan hier verder

Hoe gaat het verder?

Een ontwikkelingsperspectief is een plan voor een jaar. Tenminste een keer per jaar kijk je samen met school naar het plan om te kijken hoe het er voor staat. Het kan betekenen dat er een heel nieuw plan moet komen, als er veel veranderd is. Het kan ook zo zijn dat het plan ieder jaar heztelfde blijft. Vaak wordt er ook tijdens het schooljaar af en toe gekeken naar de doelen: lukt het de doelen te behalen, of moeten we misschien iets anders doen?

Ook de uitstroombestemming kan ieder jaar worden bijgesteld. Zeker als je kind al vanaf een jonge leeftijd een ontwikkelingsperspectief heeft, kan daar nog veel aan veranderen. Ieder kind ontwikkelt zich immers op een eigen manier.

Het is ook mogelijk dat bij het kijken naar het plan duidelijk wordt dat een overstap naar een andere school toch beter is. Dat kan een reguliere school zijn, of een school voor speciaal onderwijs. Hoe een overstap naar speciaal onderwijs gaat, lees je in dit artikel.

Meer artikelen over Zorgplicht en ondersteuning