Onderwijstaal uitgelegd: overzicht met trefwoorden

Geplaatst door OCO op 22 november 2021
Ouders en leerlingen zijn nauw betrokken bij de ontwikkeling, school, opleiding van hun kind. In het onderwijs worden veel vaktermen gebruikt met veel afkortingen die soms niet goed te begrijpen zijn. In dit overzicht worden circa 100 onderwijstermen uitgelegd. Er wordt zoveel mogelijk doorverwezen naar andere relevante informatie over een trefwoord.
De informatie op deze pagina is geordend op alfabetische volgorde plus enkele specifieke thema’s, scroll naar beneden of gebruik onderstaande (anchor)links:

A-B

Adaptief onderwijs

Het ene kind leert meer en sneller dan het andere kind. In het adaptief onderwijs krijgt een kind of jongere de ruimte om op eigen tempo en manier te werken. Er zijn verschillende vormen van adaptief onderwijs, zoals het ontwikkelingsgericht onderwijs, Montessorionderwijs en de Vrije school.

Algemeen vormend onderwijs

Op scholen met algemeen vormend onderwijs wordt les gegeven in algemene vakken, die niet direct verband houden met een bepaald beroep. Tot het avo worden de theoretische leerweg en gemengde leerweg, van het vmbo,  havo en vwo gerekend.

Basisonderwijs

Het basisonderwijs bestaat in principe uit 8 leeftijdsgroepen. In de groepen 1 en 2 zitten de kleuters. Vanaf groep 3 leren de kinderen lezen, rekenen en meer. Na groep 8 gaan de kinderen naar een school voor voortgezet onderwijs om verder te lezen. Het basisonderwijs is ontstaan in 1985 toen de lagere school en kleuterschool zijn samengevoegd.

Beroepsgerichte vmbo

Tot het beroepsgerichte vmbo worden de basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b) en de kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-k) gerekend. Vmbo-b bereidt scholieren voor op een mbo-opleiding niveau 2. Vmbo-k bereidt scholieren voor op een mbo-opleiding niveau 3 of 4.

Bijzonder onderwijs

In Nederland kennen we bijzonder onderwijs en openbaar onderwijs. Beide vormen van onderwijs worden bekostigd door de overheid en hebben te maken met dezelfde regels. Maar er zijn ook verschillen.

Bijzondere scholen zijn meestal scholen met een godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag. In Amsterdam zijn er rooms-katholieke, protestants-christelijke, oecumenisch (interconfessioneel), evangelische, gereformeerde, joodse, islamitische, hindoeïstische en humanistische scholen. Er zijn ook algemeen-bijzondere scholen die geen godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond hebben. Deze scholen hebben vaak een eigen onderwijsconcept. Bijzondere scholen hebben soms het recht om leerlingen te weigeren, mits het niet in strijd met de grondwet is.

Brede brugklas

Leerlingen maken vanaf pakweg 11 of 12 jaar de overstap naar het voortgezet onderwijs. Leerlingen zijn dan nog volop in ontwikkeling, maar het schoolniveau wordt vroeg bepaald. In de brede brugklas zitten mavo-, havo- en vwo-leerlingen bij elkaar in de klas. Eigenlijk zoals het op de basisschool ook is. In de brede brugklas krijgen leerlingen langer de tijd om erachter te komen welk niveau het beste past en ze het beste presteren.

Brede school

In de brede school doen de kinderen meer dan alleen naar school gaan. Voor, tussen en na schooltijd worden er activiteiten georganiseerd.

De brede school is een samenwerking tussen de school en andere instellingen in de buurt, met de school vaak wel als middelpunt. In veel gevallen doen ook andere instellingen mee: kinderopvang, sport, cultuur en de bibliotheek.

Er is niet één omschrijving van de brede school. Soms ligt de nadruk op een doorlopende leerlijn, de andere keer op het vergroten van mogelijkheden voor kinderen buiten schooltijd of benutten van talenten. De onderlinge verschillen per brede school zijn daarom groot. De meeste brede scholen komen voor in het basisonderwijs. Amsterdam heeft ook brede scholen.

C

Categoraal gymnasium

Het gymnasium is een schooltype binnen het vwo. De klassieke talen Grieks en Latijn zijn een verplicht eindexamenonderdeel.

Gymnasium wordt gezien als het zwaarste schoolniveau van het vwo, omdat leerlingen twee vakken meer krijgen binnen hetzelfde aantal lesuren.

Er zijn vijf categorale gymnasia in Amsterdam: 4e Gymnasium, Barlaeus, Cygnus Gymnasium, Ignatius en Vossius. Er zijn ook scholengemeenschappen met een gymnasiumafdeling die daarnaast nog andere schoolniveaus aanbieden.

Centrale Eindtoets

Alle leerlingen in groep 8 moeten een eindtoets maken. Scholen kunnen hiervoor kiezen uit meerdere eindtoetsen. De door de overheid beschikbaar gestelde eindtoets is de Centrale Eindtoets. De school kiest welke eindtoets de leerlingen maken. Alle leerlingen in groep 8 van een school maken dezelfde eindtoets. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Centrale Eindtoets.

Cito

Cito is een organisatie die toetsen, examens en meetinstrumenten ontwikkelt om de leerprestaties van leerlingen en studenten in kaart te brengen.

Cito is vooral bekend van de Cito-toets, de eindtoets die door circa 80% van de scholen werd gebruikt. Sinds 2015 bestaat de Cito-toets niet meer. Er zijn nu verschillende aanbieders die een eindtoets aanbieden voor leerlingen in groep 8. De opgaven van de Centrale Eindtoets worden door Cito gemaakt.

Combinatiegroep

In een combinatiegroep op de basisschool worden verschillende leeftijdsgroepen bijenkaar in de klas ingedeeld. De leerkracht verdeelt de instructietijd over de verschillende jaargroepen.

Het voordeel van een combinatiegroep is dat de hoogste groep meer uitleg en herhaling krijgt, terwijl leerlingen uit de laagste groep in aanraking komen met meer uitdagende lesstof. Lesgeven aan een combinatiegroep vergt meer organisatorische inspanning van de meester of juf.

D

Deeltijdonderwijs

Leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen vanaf hun 18e jaar kiezen voor deeltijdonderwijs via het volwassenenonderwijs (vavo). Soms kunnen leerlingen ook al op hun 16e of 17e jaar naar het vavo. Het voordeel van deeltijdonderwijs is dat je daarnaast bijvoorbeeld kan werken. Een studie of deeltijd hoeft niets te maken te hebben met het bijbaantje die je op dat moment hebt.

Doubleren

Als de leerresultaten en de ontwikkeling van een leerling achterblijven bij die van de klasgenoten en er is geen andere oplossing, dan is het voor een leerling soms goed om het jaar over te doen en de lesstof te herhalen. Tussen de verschillende scholen en onderzoekers bestaan er verschillen van mening over de effectiviteit van doubleren. Een ander woord voor doubleren is zittenblijven.

Duaal studeren

Duaal leren is een manier van leren in het beroepsonderwijs, waarbij studenten studeren door een combinatie van lessen op school én ervaring op te doen in een werkomgeving. Duaal leren is veel meer dan een paar maanden stage lopen. Bij een goede duale opleiding krijg opdrachten vanuit school die je op je werkplek uitvoert. Duaal studeren is geschikt voor studenten die graag leren door ervaring op te doen in de praktijk.

E-H

Gewichtenregeling

Een school krijgt van het rijk geld voor iedere leerling, maar er is extra geld voor het begeleiden van kinderen met een onderwijsachterstand. Dit extra geld wordt verdeeld volgens de gewichtenregeling, waarbij iedere leerling een gewicht wordt gegeven.

Het opleidingsniveau van de ouders is nu bepalend, omdat onderzoek heeft aangetoond dat dit van invloed is op achterstanden. Ouders krijgen een formulier van de school met de vraag om hun behaalde diploma’s in te vullen.

Groep

Een groep is de benaming voor één leerjaar in het basisonderwijs. Een kind in groep 1 en eindigt in groep 8. In niet-klassikale onderwijsvormen, zoals Montessori en Jenaplan, kunnen in één klas(lokaal) kinderen van verschillende groepen bij elkaar zitten. Soms worden de groep daar anders genoemd: onderbouw (groep 1 en 2), middenbouw (groep 3 en 4), tussenbouw (groep 5 en 6) en bovenbouw (groep 7 en 8).

Havo

Het hoger algemeen vormend onderwijs (havo) is een 5-jarige opleiding voor voortgezet onderwijs. Na een algemene basisopleiding kiezen de leerlingen net voor de laatste fase een profiel. Het profiel bestaat uit een verplicht vakkenpakket en keuzevakken.

Na de havo kan een leerling de keuze maken voor het hoger beroepsonderwijs of het vwo.

I-J

Intern begeleider

Een intern begeleider is een onderwijsprofessional die veel kennis heeft over leer- en gedragsproblemen en ervoor zorgt dat leerlingen de ondersteuning krijgen die nodig is op school.

Een intern begeleider helpt leerkrachten om leerlingen extra ondersteuning te bieden. Individuele begeleiding aan de leerling wordt niet door een intern begeleider gegeven. In de praktijk wordt intern begeleider vaak afgekort tot ‘IB-er’.

Jeugdzorg

Bureau Jeugdzorg geeft hulp aan jongeren tot 18 jaar en hun ouders en verzorgers die problemen hebben met opgroeien of opvoeden. Het kan gaan om problemen van de jongere of om problemen die in het gezin spelen. Bureau Jeugdzorg bepaalt welke zorg er nodig is. Het kan zelf zorg aanbieden of doorverwijzen naar een andere instelling.

Ook professionals die beroepsmatig met jongeren omgaan, kunnen bij Bureau Jeugdzorg terecht voor informatie en advies.

K

Kerndoelen

De kerndoelen beschrijven op hoofdlijnen wát leerlingen moeten leren op school. Deze leergebieden zijn vastgelegd in de wet.

Scholen bepalen zelf hoe er wordt voldaan aan de kerndoelen. Scholen krijgen hierdoor de ruimte om zelf keuzes te maken, passend bij de leerlingen, onderwijsconcept of het schoolteam. De kerndoelen zijn er zowel voor het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs.

Kinderopvang

In de kinderopvang worden kinderen tot 12 jaar verzorgd, meestal omdat de ouders of verzorgers werken en niet thuis zijn. Onder kinderopvang vallen naast de dagopvang voor kinderen jonger dan 4 jaar ook de buitenschoolse opvang en de voorschool. Als leerlingen naar het voortgezet onderwijs gaan, dan kunnen ze niet meer naar de kinderopvang.

In de Wet kinderopvang staat aan welke eisen de kinderopvang moet voldoen en door wie de kinderopvang wordt betaald. Ouders kunnen een kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst krijgen als tegemoetkoming in de opvangkosten. Dat geldt niet voor tussenschoolse opvang.

Klassikaal onderwijs

Het klassikale onderwijs is de traditionele inrichting van de basisschool waarbij op school acht groepen naar leeftijd zijn ingedeeld. De leerstof is per klas ingedeeld. Sommige scholen proberen deze indeling bewust te doorbreken. Op andere scholen is er een combinatiegroep vanwege te weinig leerlingen in één of meerdere leerjaren.

Kopklas

Sommige leerlingen krijgen in groep 8 het basisschooladvies ‘kopklas’: een variant van de schakelklas. Deze klas is voor leerlingen die na groep 8 een taalachterstand hebben en daardoor onder hun niveau presteren. De Kopklas is voor gemotiveerde leerlingen die een extra jaar willen investeren in hun (taal)ontwikkeling en binnen een jaar op een hoger niveau in het voortgezet onderwijs willen instromen. Leerlingen stromen in op vmbo-t, havo of vwo-niveau.

In Amsterdam zijn er acht kopklassen. Dankzij de Kopklas stroomt 95 procent van de leerlingen in op een hoger niveau.

L

Leerlingvolgsysteem

Een leerling moet op school steeds nieuwe dingen leren. Een kind in groep 8 weet en kan meer dan kind in de kleuterklas. Met een leerlingvolgsysteem kan de leerkracht in de gaten houden of een leerling voldoende nieuwe dingen leert en ook op andere terreinen ontwikkeling maakt. Zo worden achterstanden en leerproblemen mogelijk eerder opgespoord.

Een leerlingvolgsysteem bestaat uit een serie toetsen die regelmatig door de leerlingen worden gemaakt of uit een serie rapportages die door de leerkracht worden opgesteld. Scholen kiezen hun eigen leerlingvolgsysteem.

Leerplicht

Alle kinderen en jongeren tussen 5 en 16 jaar zijn leerplichtig. Dit houdt in dat kinderen rond hun 5e verjaardag worden ingeschreven bij een school en deze school regelmatig bezoeken.

De meeste kinderen gaan al naar de kleuterklas vanaf 4 jaar. Dat is toegestaan. De leerplicht begint op de 1e schooldag van de nieuwe maand nadat je kind 5 jaar is geworden geworden

Leerlingen zonder startkwalificatie moeten tot hun 18e verjaardag verplicht naar school. De leerplicht worden daarmee verlengd.

Leerplichtambtenaar

Een leerplichtambtenaar is een medewerker van de gemeente die kinderen en jongeren stimuleert om (weer) naar school te gaan. Bijvoorbeeld door mee te denken over oplossingen en te informeren over het scholenaanbod.

Een leerplichtambtenaar kan vrijstelling geven, zodat een leerplichtige leerling tijdelijk niet naar school hoeft.

Leerplichtambtenaren hebben toegang tot gegevens over schoolverzuim en in- en uitschrijvingen van leerlingen. Scholen zijn namelijk verplicht om dit te melden. Een leerplichtambtenaar heeft op grond van de wet de ruimte om schoolverzuim te onderzoeken. Als ouders en leerlingen zich niet aan de leerplicht of kwalificatieplicht houden, gaat de leerplichtambtenaar met hen in gesprek. Als dit geen effect heeft maakt de leerplichtambtenaar een proces-verbaal op.

Logopedie

Een logopedist geeft hulp aan kinderen met spraak- en taalproblemen. Het is mogelijk dat kinderen met een taalachterstand (ook) een logopedisch probleem hebben, dat niet met reguliere taallessen te verhelpen is. Een logopedist kan dit onderzoeken en hulp bieden bij het oplossen van deze problemen.

M-N

Medezeggenschapsraad

Onderwijspersoneel, ouders en verzorgers (en in het voortgezet onderwijs ook leerlingen) hebben het recht om mee te praten over schoolbeleid. Via de medezeggenschapsraad worden ze geïnformeerd en kunnen ze meedenken en meebeslissen over de school en het onderwijs.

De medezeggenschapsraad vergadert met het schoolbestuur en de directie. Voor belangrijkste beslissing is instemming of advies van de medezeggenschapsraad nodig. Zonder instemming of advies kan een beslissing niet genomen worden. Volgens de wet is aan iedere school een medezeggenschapsraad aangesloten.

Mentor

In het voortgezet onderwijs is een mentor een docent die leerlingen helpt met vragen en problemen over studie en school. Het is een vertrouwenspersoon voor de leerling binnen de school. De mentor is in grote lijnen op de hoogte van de prestaties van de leerling. Het is gebruikelijk dat de mentor ook zelf les geeft aan de ‘eigen’ leerlingen, maar dat hoeft niet.

De mentor is voor ouders het eerste aanspreekpunt binnen de school bij vragen en problemen.

Middelbaar beroepsonderwijs

Het middelbaar beroepsonderwijs is bestemd voor jongen die vanuit het vmbo of de mavo komen en gericht een beroep willen leren. De afkorting van middelbaar beroepsonderwijs is mbo. Een groot deel van werkend Nederland geeft een mbo-opleiding afgerond. Na het mbo kunnen jongeren gelijk geschoold werken verrichten of doorstromen naar het hoger beroepsonderwijs (hbo).

Het mbo kent twee varianten. BOL staat voor beroeps opleidende leerweg. De student brengt het grootste deel van de opleiding op school door. BBL staat voor beroeps begeleidende leerweg. De student combineert werken met leren.

Binnen het mbo bestaan 4 niveaus. De vooropleiding bepaalt op welk niveau de student kan instromen.

Naschoolse opvang

De naschoolse opvang is er voor kinderen van 4 tot 12 jaar die na school niet naar school kunnen. Op de naschoolse opvang worden de kinderen verzorgd: ze kunnen er spelen en ze krijgen er te eten en te drinken. Soms biedt een naschoolse opvangvoorziening ook extra’s aan, zoals het vervoer naar zwemles.

De naschoolse opvang is meestal niet aan de school zelf verbonden en vindt niet zelf in de school plaats. Steeds vaker werken de school en de naschoolse opvang samen. Soms valt het onderwijs dezelfde organisatie, zoals de brede school of een integraal kindcentrum.

Ouders kunnen van de Belastingdienst een kinderopvangtoeslag krijgen als tegemoetkoming in de kosten.

NT2

NT2 is de niveau-indeling van de beheersing van het Nederlands als tweede taal. Deze indeling wordt gebruikt voor Nederlands les voor mensen die het Nederlands niet als moedertaal spreken.

O

Onderwijsinspectie

De Onderwijsinspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op scholen en andere onderwijsinstellingen. Dit gebeurt in opdracht van de overheid. Dit is vastgelegd in de wet.

In principe vindt iedere 4 jaar een inspectieonderzoek plaats bij het schoolbestuur en de aangesloten scholen. Dit onderzoek duurt enkele dagen. Daarbij kijkt de inspectie of scholen en opleidingen voldoen aan de wet, de eigen ambities van de scholen en of scholen hun financiën op orde hebben.

Alle inspectierapporten zijn openbaar en kunnen bekeken worden op de website van de Onderwijsinspectie: https://toezichtresultaten.onderwijsinspectie.nl.

Ontwikkelingsgericht onderwijs

Ontwikkelingsgericht onderwijs is erop gericht om de volle persoonlijkheid van een kind te ontwikkelen. Het gaat om een ontwikkeling die breder is dan lesstof en vakkennis. Er is tijdens de schooltijd ook aandacht voor samen spelen en werken, voor gevoelens, voor wat kinderen mooi vinden en voor leren bewegen. Er wordt meestal geweest met projecten, waaraan zoveel mogelijk activiteiten gekoppeld worden. De projecten gaan over zaken die voor de kinderen belangrijk zijn. De leerkracht daagt de kinderen uit om zichzelf steeds meer te ontwikkelen door grenzen te verleggen en nieuwe dingen te ontdekken.

Ontwikkelingsperspectief

Openbaar onderwijs

Openbare scholen zijn toegankelijk voor iedere leerling en elke leraar of docent. Het onderwijs is niet gebaseerd op een godsdienst of levensovertuiging. Er zijn wel openbare scholen die vanuit bepaalde onderwijskundige uitgangspunten lesgeven. Zo zijn er openbare Daltonscholen en openbare Montessorischolen.

Een openbare school mag in principe geen toelatingseisen stellen of kinderen weigeren. Als de klassen al vol zitten, dan mogen deze scholen wél weigeren. De gemeente zorgt ervoor dat er voldoende aanbod aan openbaar onderwijs is in de regio.

P

Peuterspeelzaal

In een peuterspeelzaal spelen peuters onder leiding van een peuterleid(st)er enkele malen per week een morgen of een middag. Een peuterspeelzaal is voor peuters een eerste kennismaking met een omgeving die op school lijkt. Ouders kunnen er zelf voor kiezen of ze hun kind op een peuterspeelzaal plaatsen.

De peuterspeelzaal is iets anders dan een kinderopvang waar de kinderen juist de hele dag worden verzorgd.

Pestprotocol

Pesten komt op alle scholen voor. Meestal heeft de school ook een pestprotocol waarin wordt vastgelegd wat pesten is, wat leerkrachten en leerlingen eraan kunnen doen en welke sancties gelden.

Scholen zijn wettelijk verplicht om beleid te hanteren voor sociale veiligheid op school. Scholen moeten kinderen een veilige omgeving bieden. Daarom wordt jaarlijks in kaart gebracht hoe de veilige omgeving verbeterd kan worden.

Praktijkonderwijs

Praktijkonderwijs is een vorm van voortgezet onderwijs. Onderwijs op een praktijkschool is bedoeld voor leerlingen met extra ondersteuning én van wie wordt aangenomen dat een vmbo-diploma niet haalbaar is. Een praktijkschool bereidt leerlingen voor op makkelijk werk of om verder te leren op het mbo. Het praktijkonderwijs duurt meestal 5 jaar.

Primair onderwijs

Primair onderwijs is de verzamelnaam voor het onderwijs voor alle kinderen vanaf 4 tot 12 jaar: het basisonderwijs én het speciaal basisonderwijs (sbo). In de volksmond wordt het primair onderwijs meestal basisonderwijs genoemd. Alle regels voor het primair onderwijs zijn terugzet vinden in de Wet op het primair onderwijs.

Profielkeuze bovenbouw

Vanaf de bovenbouw volgen leerlingen niet meer alle vakken, maar volgen zij de (examen)vakken die horen bij dat profiel.

Een profiel heeft vakken die voor alle leerlingen gelijk zijn, profielvakken en een keuzevak die bij een ander profiel hoort. Leerlingen kunnen kiezen uit verschillende profielen:

Leerlingen op havo en vwo kiezen aan het einde van het derde leerjaar uit een van de volgende vier profielen: Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid, Economie en Maatschappij of Cultuur en Maatschappij. Leerlingen in het vmbo kiezen aan het einde van het tweede leerjaar. In het vmbo heb je keuze uit nog meer profielen.

R

ROC

ROC is de afkorting van Regionaal Opleidingscentrum. Het is de verzamelnaam van een organisatie die verschillende – meestal tientallen – opleidingen in het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie aanbiedt en meerdere vestigingen heeft.

In Amsterdam zijn twee ROC’s actief: het ROC van Amsterdam en ROC TOP. Het ROC van Amsterdam heeft vestigingen in Amsterdam, Amstelveen, Hoofddorp en Hilversum en verzorgt zo’n 300 (beroeps)opleidingen. ROC Top heeft verschillende vestigingen in Amsterdam en biedt zo’n 60 (beroeps)opleidingen aan. De ROC’s werken nauw samen met bedrijven en instellingen in Amsterdam en omgeving, waar leerlingen werkervaring kunnen opdoen.

Remedial teacher

De remedial teacher is een professional die extra ondersteuning biedt aan leerlingen op de basisschool en in het voortgezet onderwijs. De hulp die remedial teachers bieden is afgestemd op de specifieke hulpvraag van leerlingen en richt zich voornamelijk op het leerproces. Meestal gaat het om ondersteuning op het gebied van taal of rekenen.

RMC

RMC staat voor Regionale Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten.

Sinds 2002 geldt voor scholen een meldingsplicht als een niet-leerplichtige jongeren zonder startkwalificatie de opleiding verlaat. De gemeente registreert deze jongeren als voortijdig schoolverlater. Deze jongeren worden gestimuleerd om alsnog een startkwalificatie te behalen.

S

Samenwerkingsverband passend onderwijs

Een samenwerkingsverband passend onderwijs bestaat uit een samenwerking tussen gewone scholen en scholen uit het speciaal onderwijs uit een bepaalde regio. Alle scholen werken samen zodat er voor alle leerlingen ondersteuning is. Hiervoor maken zij een ondersteuningsplan waarin alle afspraken voor de regio worden vastgelegd. In Nederland zijn ruim 150 samenwerkingsverbanden. Alle scholen zijn hier verplicht bij aangesloten.

In Amsterdam en Diemen zijn circa 250 basisscholen aangesloten bij het Samenwerkingsverband Amsterdam Diemen.

Schakelklas

Schakelklassen zijn klassen voor basisschoolleerlingen met een grote achterstand in de beheersing van de Nederlandse taal. In de schakelklas krijgen deze leerlingen een jaar lang intensief onderwijs, gericht op het wegwerken van de taalachterstand en zo snel mogelijk in te stromen in het reguliere onderwijs.

De extra taallessen kunnen direct na school worden gegeven als verlengde schooldag. Soms wordt er voor één schooljaar een aparte groep ingericht waarin heel veel tijd aan taal wordt besteed.

Er zijn ook internationale schakelklassen voor leerlingen tussen de 12 en 18 jaar die nog geen of een beetje Nederlands spreken. Montessori Lyceum Oostpoort heeft een ISK-afdeling.

Schoolarts

Op de basisschool en in het voortgezet onderwijs worden kinderen drie keer opgeroepen voor een bezoek aan de schoolarts. Ouders en verzorgers worden hiervoor door de GGD per brief uitgenodigd als de leerling 5 jaar, 9 jaar en 14 jaar.

Als er tijdens de controle iets afwijkends wordt gevonden, dan wordt er doorverwezen naar de huisarts, specialist of jeugdhulpverlening. Het bezoek aan de schoolarts is niet verplicht.

Schoolbestuur

Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor alles wat er op school gebeurt en het onderwijs dat wordt gegeven. Dit betreft bijvoorbeeld financieel beleid, personeelsbeleid, toelatingsbeleid en de onderwijskwaliteit. In de praktijk zijn meerdere scholen aangesloten bij één schoolbestuur.

Het schoolbestuur neemt beslissingen in overleg met de directie. Vanuit het onderwijspersoneel, ouders en verzorgers (en leerlingen in het voortgezet onderwijs) is er inspraak vanuit de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.

Schoolgids

De schoolgids bevat voor ouders, verzorgers en scholieren informatie over de school. In de wet staat waar de schoolgids inhoudelijk aan moet voldoen. Zo moeten scholen bijvoorbeeld vermelden wat de doelen van het onderwijs zijn, welke extra ondersteuning zij bieden voor leerlingen en de rechten en plichten van ouders en verzorgers. Iedere school moet een schoolgids hebben.

Ouders en leerlingen ontvangen de schoolgids aan het begin van het schooljaar. Sommige scholen versturen de schoolgids digitaal. De schoolgids kan een belangrijk hulpmiddel zijn bij de schoolkeuze.

Schoolondersteuningsprofiel

In het schoolondersteuningsprofiel legt de school vast hoe de ondersteuning van leerlingen wordt invult. In dit document staat beschreven wat de basisondersteuning en welke specifieke extra ondersteuning de school kan bieden met behulp van het samenwerkingsverband passend onderwijs.

Schoolplan

In het schoolplan legt de school vast op welke wijze de komende vier jaar het onderwijs wordt vormgegeven. Via de medezeggenschapsraad kunnen ouders en verzorgers meepraten over het schoolplan. Het plan wordt uiteindelijk door het schoolbestuur vastgesteld.

Ouders kunnen op school naar het schoolplan vragen. Sommige scholen stellen de schoolplan digitaal beschikbaar via de website.

Schooluitval

Schooluitval is het van school gaan zonder startkwalificatie. De school is verplicht om jongeren die zonder diploma de school verlaten aan te melden bij de gemeente. Het Regionale Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten probeert deze jongeren terug naar school of aan het werk te krijgen.

Sociale veiligheid

Sociale veiligheid is het zich beschermd weten en voelen tegen (dreiging van) gevaar. Dit heeft ook betrekking op de school. Ouders mogen verwachten dat de school er alles aan doet om een veilige omgeving te creëren op school voor alle leerlingen.

Scholen zijn verplicht om veiligheidsbeleid op te stellen, maar krijgen van de overheid ruimte om dit zelf in te vullen. Het is wel verplicht om ieder jaar de veiligheidsbeleving van leerlingen te monitoren en een coördinator als aanspreekpunt voor de sociale veiligheid op school.

Speciaal onderwijs

In het speciaal onderwijs wordt les gegeven aan kinderen die specialistische en intensieve nodig hebben die in het regulier onderwijs niet gegeven kan worden. Naar een speciale scholen gaan bijvoorbeeld leerlingen met een lichamelijke handicap, blinde en dove kinderen, kinderen met een laag IQ en kinderen met ernstige gedragsstoornissen.

Een leerling heeft een toelaatbaarheidsverklaring nodig om naar het speciaal onderwijs te kunnen.

Stage

Leerlingen en studenten werken tijdens hun schooltijd of beroepsopleiding een paar keer mee in een bedrijf of organisatie. Hierdoor krijgen zij een beeld wat er in de praktijk komt kijken bij het beroep of de studie waarvoor zij worden opgeleid.

Er zijn in de praktijk grote verschillen tussen stages.

Startkwalificatie

Een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of een mbo-diploma vanaf niveau 2. De overheid wil dat jongeren een diploma halen waar ze geschoold werk mee kunnen vinden. De startkwalificatie wordt gezien als de minimale opleiding voor het vinden van geschoold werk.

Zonder startkwalificatie moeten jongeren nog naar school tot hun 18e verjaardag.

T-U

Toelaatbaarheidsverklaring

Een toelaatbaarheidsverklaring is een bewijs dat een kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. De school voor speciaal onderwijs vraagt de toelaatbaarheidsverklaring aan bij het samenwerkingsverband.

Tussenschoolse opvang

De tussenschoolse opvang is er voor ouders of verzorgers waarvan de kinderen tijdens de lunchpauze niet thuis opgevangen kunnen worden. In de volksmond staat tussenschoolse opvang ook welk bekend als ‘overblijven’.

Kinderen eten samen op school een boterham, een roti of iets wat ze zelf hebben meegebracht. Het is de taak van de school om de overblijf te regelen als ouders of verzorgers aangegeven dat er behoefte aan is. De school besteedt de overblijf vaak uit aan een kinderopvangorganisatie. Zowel de kinderopvang als de school zijn aan te spreken op de kwaliteit van de overblijf.

De kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst is niet bedoeld voor de tussenschoolse opvang.

V

Voorschool

Een voorschool is een kinderopvangorganisatie met een educatief programma (VVE), zoals Kaleidoscoop of Piramide. De voorschool is toegankelijk voor alle peuters, maar richt zich vooral op kinderen met een taal- en/of ontwikkelingsachterstand.

Voorschoolse opvang

Voorschoolse opvang is opvang voor leerlingen die ruim voor de officiële schooluren al op school zijn. De voorschoolse opvang is een onderdeel van de buitenschoolse opvang en niet gratis. Wel kunnen ouders hiervoor een kinderopvangtoeslag krijgen van de Belastingdienst.

Voortgezet onderwijs

Voortgezet onderwijs is de verzamelnaam voor alle soorten onderwijs aan kinderen vanaf circa 12 jaar tot en met 16-18 jaar. Het voortgezet onderwijs is onderverdeeld in het vmbo (4 jaar), havo (5 jaar) en vwo (6 jaar).

Z

Zorgcoördinator

Een zorgcoördinator heeft in het voortgezet onderwijs de taak van de intern begeleider in het basisonderwijs. Hij of zij zorgt ervoor dat leerlingen met problemen hulp krijgen, binnen de school of daarbuiten.

Gerelateerde onderwerpen

Meer artikelen over Schoolgids en beleidsdocumenten