Welke niveaus zijn er in het voortgezet onderwijs?

Geplaatst door IH op 11 september 2023
Het voortgezet onderwijs heeft zes verschillende niveaus: vwo, havo, vmbo-t (mavo), vmbo basis, vmbo kader en praktijkonderwijs. Het schooladvies in groep 8 bepaalt op welke niveau de leerling instroomt in het voortgezet onderwijs. Leerlingen worden in het voortgezet onderwijs voorbereid op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) of het wetenschappelijk onderwijs (wo). Het praktijkonderwijs leidt kinderen op voor werk of een mbo-opleiding.

Schooladvies: niveaus voortgezet onderwijs

In groep 8 krijgen leerlingen een schooladvies van de basisschool. Dit advies bepaalt op welk niveau een leerling instroomt in het voortgezet onderwijs. Het voortgezet onderwijs biedt de volgende niveaus, van meest praktisch naar theoretisch (art. 2.1 lid 1 WVO 2020):

  • praktijkonderwijs;
  • vmbo basis;
  • vmbo kader;
  • vmbo-t (voorheen mavo)
  • havo;
  • vwo.

In de wet vallen vmbo basis en vmbo kader samen onder het vbo: voorbereidend beroepsonderwijs. Het vmbo-t valt hier niet onder.

In Amsterdam en een paar andere gemeenten kunnen leerlingen het advies ‘kopklas’ krijgen. Dit is een intensief, extra jaar taalonderwijs.

Niveaus in het voortgezet onderwijs: vmbo

Vmbo staat voor ‘voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’. Het vmbo duurt vier jaar en biedt praktijkopleidingen (basis en kader) en meer theoretische opleidingen (gemengd en theoretisch).

In de onderbouw, de eerste en tweede klas, krijgen leerlingen algemene vakken. Aan het einde van het tweede jaar kiezen zij een leerweg en een specialisatie (het profiel). Leerlingen worden op het vmbo in principe voorbereid op het mbo. Maar er zijn ook leerlingen die na het eindexamen doorstromen van vmbo naar havo.

Leerwegen vmbo

Het vmbo heeft vier verschillende leerwegen:

  • theoretische leerweg (vmbo-t);
  • gemengde leerweg (vmbo-g);
  • kader beroepsgerichte leerweg (vmbo-k);
  • basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-b).

Voor leerlingen van het vmbo die extra ondersteuning nodig hebben is er soms leerwegondersteuning (lwoo) op de school. Deze extra ondersteuning bestaat bijvoorbeeld uit bijlessen of huiswerkbegeleiding.

Niveaus in het voortgezet onderwijs: havo

Havo staat voor ‘hoger algemeen voortgezet onderwijs’. Het havo duurt vijf jaar en bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Maar sommige leerlingen stromen na hun eindexamen door van havo naar vwo. Er is ook een kleine groep die zich inschrijft voor een mbo-opleiding.

Het tempo en niveau van het havo is hoger dan van het vmbo. Leerlingen moeten bijvoorbeeld zelfstandiger werken en krijgen meer huiswerk. Bovendien is het onderwijsniveau theoretischer dan vmbo-t.

In de onderbouw, de eerste, tweede en derde klas, volgen leerlingen algemene vakken op het havo. Daarna kiezen havisten één of meerdere van de onderstaande profielen:

  • natuur en techniek (n&t);
  • natuur en gezondheid (n&g);
  • economie en maatschappij (e&m);
  • cultuur en maatschappij (c&m).

Niveaus in het voortgezet onderwijs: vwo

Vwo staat voor ‘voorbereidend wetenschappelijk onderwijs’. Het vwo duurt zes jaar en bereidt leerlingen voor op een wetenschappelijke opleiding aan de universiteit. Deze onderwijssoort is dan ook het meest theoretisch. Het vwo bestaat uit twee richtingen: het atheneum en het gymnasium. Het belangrijkste verschil is dat op het gymnasium de vakken Grieks en Latijn worden gegeven. De meeste leerlingen stromen na hun eindexamen door naar de universiteit. Maar er is ook een groep leerlingen die voor een meer praktische hbo-opleiding kiest.

In de onderbouw, de eerste, tweede en derde klas, volgen leerlingen algemene vakken op het vwo. Daarna kiezen zij net als de havisten één of meerdere profielen:

  • natuur & techniek
  • natuur & gezondheid
  • economie & maatschappij
  • cultuur & maatschappij.

Niveau praktijkonderwijs

Praktijkonderwijs is er voor leerlingen voor wie een vmbo-diploma niet direct mogelijk is. Leerlingen worden in het praktijkonderwijs voorbereid op werk of doorleren op het mbo. Het praktijkonderwijs duurt gemiddeld vijf jaar. De opleiding stopt als een leerling achttien jaar wordt, maar kan worden verlengd. Ongeveer de helft van de leerlingen stroomt na het praktijkonderwijs door naar het mbo.

Meer informatie over het voortgezet onderwijs

Vmbo

Havo en vwo

Praktijkonderwijs

Meer informatie over het beroepsonderwijs

Mbo

Hoger onderwijs